Zaterdag 24 januari
Op de snelweg naar Iquique nam ik na drieëndertig kilometer toch maar de route die ik in Arica had uitgedacht, ik was er nu toch. Linksaf en eerst dertig kilometer naar Cariquima. Een prachtige weg, dat wel, maar waar ik volgens mijn Chileense wegenkaart in dit plaatsje rechtsaf moest richting Pica, bleek deze weg niet naar Pica, maar naar de Boliviaanse grens te voeren. Verschillende bewoners maakten me duidelijk, dat wanneer ik naar Pica wilde, ik eerst terug naar de hoofdweg moest en vervolgens via Huara en Pozo Almonte moest rijden. Ik wen al aardig aan afstanden en verkeerde cartografie, tegenslagen horen bij mij en dat went ook. Ik bedenk ook, dat het voordelen heeft om alleen te reizen, ik moet de tegenslagen dan alleen verwerken en er vliegen geen verwijten door de auto. Zo houd ik het gezellig met mijn eigen humeur. Moeder zei dan altijd; gelukkig maar, anders hadden we deze omgeving niet gezien.

Ik eet onderweg wat en rijd verder naar Iquique om een hostel te zoeken waar ik bij kan komen van het gezeur in mijn lichaam.
Tussen Colchane en Huara blijken de lange hellingen naar beneden en de onverwachte bochten voor opvallend veel automobilisten te veel van het goede te zijn geweest, want overal liggen autowrakken met hoofdzakelijk Boliviaanse vlaggen en tempeltjes, soms is te zien, dat een heel gezin bij het ongeluk is omgekomen. Ik denk, dat men de wrakken laat liggen als waarschuwing voor andere weggebruikers. Voor mij althans, zijn deze wrakken en de vele tempeltjes met vlaggen afdoende geweest om mijn snelheid in te houden.

Ik besloot om Pica te laten voor wat het was en nam de weg naar Iquique, zocht daar een leuke hostel tegen over de kathedraal.
’s Avonds loop ik nog even langs de haven en neem ergens heerlijk stoofpotje zeevruchten op een terras. Stukken Inktvis, garnalen, mosselen en andere vissoorten met stukjes aardappel, paprika, ui, dat alles in een wijn / knoflook / kaas / roomsausje en gekleurd met fijn gesneden verse peterselie.




